Duurzaam asfaltonderhoud in Enschede

De klimaatambities van de overheid liegen er niet om: 55% CO2-reductie in 2030 ten opzichte van 1990 en 50% minder gebruik van primaire grondstoffen. Om die doelen te halen buigt Gemeente Enschede zich onder andere over het onderhoud van haar asfaltwegen. Daar heeft ze drie goede redenen voor:

1. Voor de productie van nieuw asfalt zijn veel (fossiele) grondstoffen nodig.

2. Bij het produceren van warm asfalt (tot wel 180 graden) wordt veel gas verbruikt.

3. De afstanden tussen asfaltproductielocaties en toepassingslocaties zijn vaak groot en dit stuwt de totale CO2-uitstoot van een project verder omhoog.

Gelukkig investeren ook aannemers flink om in 2030 aan de klimaatdoelstellingen te voldoen. In dat kader zijn ze enthousiast op zoek naar projecten waar ze nieuw, meer duurzaam materieel en asfaltmengsels kunnen toepassen om ervaringen op te doen en te zorgen voor certificering.

Kortom: er zijn ambities, er is vraag en er is aanbod. Dat lijkt een ideale situatie, maar regelgeving is een lastige spelbreker. De asfaltmarkt staat namelijk bol van de technische normeringen.

Het project: de Bosweg

StadLandWater is als projectleider verbonden aan het asfaltonderhoud aan de Bosweg in Enschede. Met bovenstaande in gedachten, wilden we dit project graag zo duurzaam mogelijk uitvoeren. Niet alleen ten gunste van de gemeente, maar ook omdat het aansluit bij onze eigen duurzaamheidsdoelstellingen. In dit project liepen we gelijk tegen de belangrijkste uitdaging aan: onbekendheid binnen de gemeente met de duurzame mogelijkheden die de markt biedt in combinatie met de zekerheid die we wilden over de kosten en over de robuustheid van de oplossing. Elke aannemer biedt zijn eigen palet aan mogelijkheden die soms al wel bewezen of juist nog sterk innovatief zijn. Hoe zorgen we voor een robuuste nieuwe Bosweg met asfaltmengsels waarvan we niet precies weten wat de kwaliteit is? En hoe tonen we aan het einde van het project aan dat de doelstellingen zijn behaald?

Pragmatische aanpak

We zetten een selectie van aannemers aan tafel en spraken met hen over de meest geschikte aanbestedingsvorm. Daaruit bleek dat een aanbesteding voor een bouwteamsamenwerking op basis van 100% kwaliteit en beoordelingscriteria zonder ingewikkelde berekeningen voor dit project een goede eerste stap was. Bijkomend voordeel was dat dit ook de minste tijd zou vragen van aannemers voor het schrijven van een plan van aanpak en van de gemeente voor de beoordeling daarvan. De gemeente zorgde voor het standaard pakket aan kwaliteitseisen, de beste inschrijver voor geoptimaliseerde toepassingen die tegelijk robuust en duurzaam zijn. Een pragmatische aanpak zonder gedoe dus.

Duurzaam asfalt

De gemeente Enschede selecteerde aannemer Strukton voor de opdracht. Ze krijgt met de selectie van deze aannemer:

  • -De zekerheid van een robuuste oplossing en duurzame asfaltmengsels die worden geproduceerd op lagere temperaturen met gebruik van minder gas.
  • -Het oude asfalt wordt maximaal hergebruikt.
  • -De toepassing van andere, wittere steenslag in de asfaltdeklaag reduceert de hittestress en verbetert de zichtbaarheid van de weg in het donker waardoor de fietsveiligheid op de Bosweg verbetert.
  • -De te behalen resultaten op het gebied van CO2-reductie en het gebruik van minder primaire grondstoffen zijn vooraf vastgesteld. In het bouwteam worden deze aantoonbaar uitgewerkt tot concrete toepassingen.


Projecten

Veiligheid en functionaliteit wegen in Putten gewaarborgd

Als wegbeheerder draag je zorg voor het onderhoud van de wegen binnen de gemeentegrenzen. Daarnaast is daar de landelijke opgave om meer woningen te bouwen met alle infrastructurele eisen die daarmee gepaard gaan. Ondertussen groeit de behoefte aan standaardisatie van gegevens en werkprocessen.

Van uitgeputte grond naar een letterlijk bloeiend energiepark

Zonneparken. Ze vallen niet bij iedereen in de smaak. Men denkt: wat zonde op die dure landbouwgrond, en ze zijn nog lelijk ook. Maar de energietransitie is gaande, of je nou fan bent of niet. Wat men zich niet realiseert is dat zonneparken vrijwel altijd gebouwd worden op plekken waar eerder intensieve landbouw werd uitgeoefend.