GOW30 als nieuw wegbeeld staat klaar in de startblokken. Tegelijkertijd zijn er nog wel wat noten te kraken. Want het lijkt een kleine aanpassing: van GOW50 naar GOW30; alsof je met een paar 30km-borden klaar bent. Maar wegbeheerders en verkeerskundigen weten wel beter. Een GOW30 vraagt namelijk ook om een inrichting die het gewenste rijgedrag vanzelf oproept. Zonder dat fundament blijft 30km/u een papieren snelheid.
Waarom GOW30 nu volop op de agenda staat
In 2020 nam de Tweede Kamer een motie aan om binnen de bebouwde kom zoveel mogelijk naar 30km/uur te gaan. Niet alleen in wijken, op zogenaamde erftoegangswegen (ETW's), maar ook op gebiedsontsluitende wegen (GOW's). In 2023 publiceerde het CROW voorlopige richtlijnen voor zo'n GOW waar je maar 30 km/u mag rijden. Voor het gemak voegde de CROW daar een afwegingsschema aan toe om te bepalen of het zinvol is een bestaande GOW50-weg om te buigen naar een GOW30-weg. Sindsdien zijn gemeenten volop bezig hun wegen opnieuw te categoriseren.
GOW30 als verbetering leefomgeving
Bij 30 km/uur kan de weg smaller worden uitgevoerd. Daardoor ontstaat er ruimte die gemeenten kunnen inzetten voor meer beplanting langs de weg zoals kruidenrijke bermen en hagen. Dit levert een groener, rustiger straatbeeld op. En wanneer gemeenten kiezen voor langere 30km-zones in plaats van versnipperde stukken, wordt oversteken en daarmee ook schoolroutes veiliger.
Toch zijn die voordelen pas aan de orde als het wegontwerp daadwerkelijk leidt tot langzaam rijdend verkeer.
Alles draait om geloofwaardigheid
Automobilisten kijken namelijk wel naar de maximumsnelheid, maar vooral naar het straatbeeld. Is een weg breed, overzichtelijk en met weinig kruispunten? Dan voelt 50 vanzelfsprekender, dus waarom zouden ze het gas loslaten? Is het profiel smal, afwisselend en is er een duidelijke verblijfsfunctie? Dan past 30 km/u wél en gaat de snelheid al bijna vanzelf omlaag.
Belangrijke ontwerpfactoren die een maximum snelheid van 30km/u geloofwaardig maken:
- Kruispunten om de 150–200 meter: zonder regelmatige onderbrekingen blijft het tempo te hoog.
- Afwisseling in groen en zichtlijnen: daardoor voelt langzamer rijden natuurlijk.
- Bebouwing en functies langs de weg: scholen, sportclubs en drukke oversteekplekken versterken de logica van 30.
- Smal wegprofiel: een smalle weg met een geïntegreerd fietspad benadrukt het belang van 30 km/u.
Op deze manier ondersteunt het wegbeeld het 30km-regime.
Wanneer GOW30 geen goede keuze is
Niet elke GOW leent zich overigens voor 30km/u. Bijvoorbeeld:
- Op ringwegen en doorgaande wegen met een duidelijke verkeersfunctie.
- Op trajecten zonder bebouwing, verblijfsfuncties of oversteken.
- Lange, overzichtelijke straten waar bestuurders vanzelf versnellen.
- Wegen met busroutes. Een bus kan vanwege zijn lengte niet over een 30km-drempel heen. Met uitsluitend 50km-drempels is het afremmend effect minimaal.
Een 30km/u-regel maakt de weg ongeloofwaardig en daarmee zelfs onveiliger.
De puzzel: ontwerp, functie en gedrag in lijn brengen
Zo gezegd klinkt de keuze voor een GOW50 of een GOW30 en de inrichting daarvan simpel. Tot er enkele praktische vraagstukken opdoemen. Je zou fietsers een plek moeten geven op de rijbaan, maar vindt hun veiligheid minstens zo belangrijk. of je hebt een buslijn die maakt dat je geen 30 km/u-drempels kunt aanbrengen. Het afwegingsschema van CROW geeft weliswaar richting, maar lost de ontwerpkeuzes niet voor je op.
Dus waar begin je als gemeente?
- Pas het afwegingskader toe: wat is logisch voor deze straat?
- Breng problemen en kansen in beeld: oversteken, schoolroutes, groenstroken.
- Inventariseer randvoorwaarden zoals fietsveiligheid en kruispuntdichtheid.
- Toets de geloofwaardigheid: klopt het straatbeeld met de gewenste snelheid?
- Bepaal maatwerkoplossingen per deeltraject.